Urotheliaal carcinoom is de meest voorkomende kwaadaardige tumor in de urinewegen bij de hond. De diagnose kan het best gesteld worden met behulp van urethrocystoscopie, waarna een passende behandeling gestart kan worden. Genezing is over het algemeen niet mogelijk, maar een combinatie van laserchirurgie en chemotherapie kan een aanzienlijke verlenging van het leven geven.

Laatst bijgewerkt: September 2022

Blaaskanker is meestal een urotheliaal carcinoom oftewel transitional cell carcinoma (TCC)

Urotheliaal carcinoom is de meest voorkomende kwaadaardige tumor in de urinewegen bij de hond. Het binnen oppervlak van de urinewegen wordt bedekt door een laag gespecialiseerde cellen (slijmvlies) die de urotheelcellen genoemd worden. Wanneer deze cellen ontaarden kunnen ze ongecontroleerd gaan groeien (woekeren) en ontstaat een tumor, de kwaadaardige vorm heet dan urotheliaal carcinoom of overgangscelcarcinoom, of transitional cell carcinoma (TCC) in het Engels.

Blaaskanker is vaak een urotheliaal carcinoom, maar aangezien het urotheel overal in de urinewegen voorkomt, kan deze tumor behalve in de urineblaas ook in de ureteren (de urineleiders van de beide nieren naar de urineblaas) of de urethra (de plasbuis van de urineblaas naar buiten) voorkomen.  Deze tumor heeft echter zijn predilectieplaats (voorkeursplaats) in het trigonum, dit is de driehoek in de urineblaas die gevormd wordt door beide ureteren en de urethra. Urotheliaal carcinoom komt meer voor bij vrouwelijke dan mannelijke honden.

Symptomen passend bij urotheliaal carcinoom

In een vroeg stadium geeft urotheliaal carcinoom weinig klachten. Afhankelijk van de plaats van de tumor, kan bij het groter worden obstructie plaatsvinden, waardoor de normale urinestroom belemmerd wordt. Ook kan de tumor vanuit het slijmvlies doorgroeien in de diepere lagen en in de spierlaag van de blaas (invasieve tumor) of zich uitzaaien naar lymfeknopen en andere delen van het lichaam (metastases).

Symptomen die kunnen wijzen op een tumor in de urinewegen zijn:

  • Strangurie  (persen met plassen)
  • Dysurie (moeite met plassen, langdurig plassen)
  • Pollakisurie (vaak plassen van kleine hoeveelheden)
  • Hematurie (bloed in de urine)
  • Incontinentie (urineverlies in de mand, op de vloer(kleed), meubilair)

Deze symptomen zijn echter niet specifiek voor een urotheliaal carcinoom; er is nader onderzoek nodig om andere oorzaken van de problemen uit te sluiten.

Onderzoeken om urotheliaal carcinoom vast te stellen

De dierenarts zal eerst bij de eigenaar van de hond informeren naar de huidige verschijnselen en de voorgeschiedenis van de hond. Met een algemeen lichamelijk onderzoek en urineonderzoek kunnen al een aantal aandoeningen (zoals bijvoorbeeld blaasontsteking) worden uitgesloten. Vervolgens zijn een aantal onderzoeken mogelijk, maar niet in alle gevallen ook allemaal noodzakelijk, om een definitieve diagnose te stellen:

  • Met een uitgebreid urineonderzoek en een compleet bloedonderzoek kunnen afwijkende cellen in de urine gevonden worden die duiden op de aanwezigheid van urotheliaal carcinoom. Ook wordt een eventuele bijkomende urineweginfectie opgespoord.
  • Röntgenonderzoek van de urineblaas kan de tumor zichtbaar maken. Eventueel wordt ook de borstkas onderzocht op uitzaaiingen (metastasen).
  • Echografisch onderzoek van de buikholte. Hierbij wordt specifiek gekeken naar de plaats van de tumor, de mate van ingroei in de wand van de urineblaas en of er uitzaaiingen in de lymfeknopen (Lnn. iliaca) zijn.
  • De definitieve diagnose wordt gesteld met het afnemen van biopten via de urethra (plasbuis). Dit kan gedaan worden via een urinekatheter, maar beter is met behulp van urethrocystoscopie waarbij een star of flexibel optiek met een camera wordt ingebracht. Het grote voordeel is dat naast het afnemen van de biopten tevens de uitgebreidheid en exacte lokalisatie van de tumor beter beoordeeld kan worden. Een star optiek kan bij teven gebruikt worden en een flexibel optiek bij reuen.
  • Het is niet verstandig biopten via een naald of open chirurgie te verkrijgen, daar urotheliaal carcinoom cellen zeer gemakkelijk uitzaaien/verspreiden door de buikholte. Bij urethrocystoscopie blijven eventueel losgeraakte cellen beperkt tot de urinewegen waar de tumor zich al bevindt.

Behandeling van urotheliaal carcinoom verbetert de kwaliteit van leven

Nadat de definitieve diagnose is gesteld, kan met de behandeling worden gestart.  Urotheliaal carcinoom is niet te genezen en alle behandelingen zijn gericht op het verlengen van het leven en het zo aangenaam mogelijk kunnen leven gedurende de tijd die de hond nog heeft.

Welke behandeling het meest geschikt is, is afhankelijk van de lokalisatie en de uitgebreidheid van de tumor, het aanwezig zijn van metastasen en van het plasgedrag. In de literatuur worden meerdere mogelijkheden beschreven.

  • Behandeling met chemotherapie en ontstekingsremmers, zoals mitoxantrone en NSAIDs (piroxicam en meloxicam). De cytostatica remmen de groei van de kankercellen, waardoor in gunstige gevallen zowel de primaire tumor in de blaas als uitzaaiingen elders in het lichaam kleiner worden.
  • Behandeling met een diodelaser, waarbij de tumor zoveel mogelijk wordt verkleind (debulking) onder het zicht van een optiek (cystoscopie) en echografie. Meestal is de tumor hiermee niet volledig te verwijderen, maar kan wel zoveel verkleind worden dat de urinestroom niet meer belemmerd wordt.
  • De combinatie van deze twee behandelingen kan een aanzienlijke verlenging van het leven geven. De laserbehandeling kan, indien nodig, herhaald worden.
  • Behandeling met radiotherapie om de tumorcellen te doden en de tumormassa te verkleinen. Fibrosering (verbindweefseling) van de urinewegen treedt hierbij vaak op als complicatie, dit veroorzaakt weer nieuwe klachten.
  • Het plaatsen van stents in de ureteren en/of urethra waardoor de urine kan blijven stromen. Deze behandeling is een laatste mogelijkheid.

Overlevingstijd na de diagnose

Over het algemeen geldt dat hoe vroeger de tumor ontdekt wordt, en hoe kleiner de tumor is, hoe beter de vooruitzichten. De meeste honden gaan dood aan de problemen met de primaire tumor in de urinewegen en niet aan de metastasen (uitzaaiingen) in het lichaam. De overlevingstijd varieert van enkele weken tot 2 jaar en is erg afhankelijk van de lokalisatie, de uitgebreid van de tumor, de mate van ingroei naar de ureteren en urethra, en het aanwezig zijn van metastasen. Afhankelijk van hoe de tumor en metastasen reageren op de therapieën (en uiteraard van de bereidheid van de eigenaar om te behandelen) kunnen de tijd en kwaliteit van leven verlengd en verbeterd worden.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dierenkliniek Beneden-Leeuwen.

Tags: